| 
                           
          | 
        
      De Timmerwerf |  
         
  | 
    ||
| 
         De
        Timmerwerf in De Lier Achter een sierlijke
        tuitgevel in de Hoofdstraat in De Lier bevindt zich een zeventiende
        eeuwse timmerwerkplaats. Samen met de aangebouwde achttiende eeuwse
        woning en de negentiende eeuwse vrijstaande open houtloods op het
        achtererf is ze de laatste jaren in gebruik als museum De Timmerwerf. De
        Timmerwerf vertelt het eeuwenlange geschiedverhaal van het timmervak.    Smeedijzeren
        sierankers met zeventiende eeuws krulwerk, een negenruits schuifraam met
        luiken, een deur bestaande uit twee delen en gevelbekroning met
        bolornament en sieranker zijn enkele opvallende kenmerken van de gevel
        van de timmerwerkplaats. Links ervan bevindt zich een houten boven- en
        onderdeur waarschijnlijk daterend van rond de eeuwwisseling. Achter de
        gevel werd tussen 1642 en 1995 onafgebroken het timmermansvak
        uitgeoefend. In dat laatste jaar besloot de laatste timmerman Kees Koene
        – eigenaar vanaf 1977 – er een punt achter te zetten. Vandaag de dag
        woont hij in het huis naast de Timmerwerf.  In 1995 kocht de
        gemeente het complex om het vervolgens gratis over te dragen aan de
        stichting ‘De Timmerwerf’. De stichting verwierf de nodige gelden
        voor fondsenwerving, restauratie en exploitatie. De restauratie eindigde
        in 1999. Een jaar later is de timmerwerkplaats en het achtergelegen
        woonhuis omgetoverd tot museum. De opslagplaats voor hout werd een halve
        meter omhoog gebracht en is verworden tot theehuis met de toepasselijke
        naam De Bongaard. Totale kosten: 2 miljoen gulden. Zo werd de toekomst
        van de timmerwerkplaats aan de Hoofdstraat 63, die zijn oorsprong vindt
        in 1642, verzekerd. Destijds kocht Jacob Pouwelssz. van Dijk het
        ‘leien huis’ in De Lier, een pand daterend uit de eerste helft van
        de veertiende eeuw en maakte er een uit baksteen en hout opgetrokken
        timmerwerkplaats op L-vormige grondslag van. Het geheel bevindt zich
        onder een met oud-Hollandse pannen gedekt dak bestaande uit een begane
        grond en kapverdieping.  In de loop der
        eeuwen passeerden talloze timmerlieden de revue. Bongaard is één van
        de familienamen die opduikt in de lange rij van timmermannen die actief
        is geweest in de timmerwerkplaats. Net als Koene, Van Baalen en Van den
        Bos. Zo waren de kinderen van Andries Bongaard de laatsten die in de
        timmermanswoning achter de werkplaats woonden. In 1924 verlieten zij het
        pand omdat het ongeschikt was voor bewoning. Aanvankelijk woonde de
        timmerman overigens in het huis naast het pand met de tuitgevel. Toen
        Cornelis van den Bos echter stierf in 1745 bleef zijn weduwe in het huis
        wonen. De nieuwe timmerman Leendert van Baalen besloot daarop een nieuw
        huis te bouwen achter de werkplaats. Vandaag de dag is het huis in oude
        staat hersteld, inclusief de karakteristieke oude bedsteden.  De werkplaats zelf
        kent nog talloze oude gereedschappen, zoals een lange vrijstaande
        draaibank, een houten werkbank en de gereedschapskist uit de eerste
        helft van de twintigste eeuw van Jan Koene jr, die alvorens zich tot het
        vak te bekwamen jammerlijk verdronk in de zee. Verder vallen de
        lepelboren op die dienden om uit boomstammen buizen te maken. En de
        mallen voor de kamraderen van de molens in de omgeving. Een van de
        neventaken van de timmerman was namelijk het onderhouden van de molens.       De Timmerwerf, van
        timmerbedrijf tot museum, A.P.M. van der Sande, Veranderend Westland (Honselersdijk
        2000)      
            | ||||
| 
       | 
    ||||
| 
       | 
    ||||
| 
       | 
    ||||
| 
       |